Klik hier voor grote afbeelding (met gegevens)
Kathedraal   Notre-Dame van Parijs


Bij het horen van 'Notre-Dame' denken velen aan de gotische kathedraal van Parijs. Daar is niks mis mee, maar deze Notre-Dame is maar één van de vele Mariakerken van Parijs en in veel andere steden heet de kathedraal óók Notre-Dame. Al zijn in de Parijse veel Franse koningen gedoopt en getrouwd, gekroond werden ze in de Notre-Dame van Reims. En begraven in de abdij van Saint-Denis.
De Parijse kathedraal is een vroeg-gotische kerk, begonnen in 1163 als opvolger van voorgangsters, waarvan de parkeergarage onder het grote plein vóór de kathedraal de resten van één ervan bewaart. De kerk lag in de middeleeuwen trouwens bijna helemaal ingebouwd, dus ze was toen niet zo goed te fotograferen als nu. Dat was uiteraard geen probleem en voor het functioneren van de bisschopskerk waren de kloostergang en de andere bijgebouwen onmisbaar.
De kerk is zo'n 130 meter lang, de middenbeuk is 12 m. breed en 35 m. hoog onder de sluitstenen van de gewelven. De torens zijn nu 69 m. hoog, en vandaaraf heeft men een mooi uitzicht. Hierop horen nog hoge torenspitsen, die echter zijn nooit gebouwd. Rond 1250 stopte de bouw van de kathedraal en van toen af werden alleen nog onderdelen moderniseerd.
Binnen valt de lichte knik op, die het schip ten opzichte van het koor maakt. De ronde pijlers met knopkapitelen en de zijbeuksgalerijen zijn kenmerkend voor de 12e-eeuwse gotiek. De portalen van de westgevel (links het Maria-, rechts het Annaportaal en in het midden dat van het Laatste Oordeel) zijn bekend om hun beeldhouwwerk, maar - evenals bij de rest van de kerk - is veel van wat we zien het resultaat van de 19e-eeuwse restauratie door Viollet le Duc. Bij de hoge vieringruiter heeft hij zichzelf laten afbeelden.

De plattegrond van de kerk is afgeleid van het romaanse gebonden stelsel, maar hier is de alternerende belasting van de pijlers verborgen. Dat twee traveeëen constructief samen één geheel vormen, is alleen te zien aan de zesdelige kruisribgewelven en de pijlers tussen de twee zijbeuken aan weerszijden van de middenbeuk: deze hebben om de beurt wel en geen schalken.
Rond 1240 zijn de vensters van de lichtbeuk naar beneden vergroot. Ook de ranke luchtbogen horen bij de hoog-gotische verbouwingen, evenals de zijkapellen, de transeptgevels met hun rijke glaswanden met glas-in-lood uit het midden van de 13e eeuw.

Zelden of nooit is de brand van een monument zozeer wereldnieuws geweest als de brand van de Notre-Dame, die begon op de avond van 15 april 2019. Over de hele wereld werd de hele nacht via live-beelden gevolgd hoe de brand, die begon op de restauratie-steigers, de kappen en de 19e-eeuwse dakruiter verwoestten. Door een ongelooflijke inzet van de brandweer zijn de torens en alle muren behouden. Het beloofde herstel zal lang duren.

Tekst: Jean Penders (09-2006). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders